-Topsport-

Afgelopen weken zat ik er helemaal in. PyeongChang. De Olympische winterspelen. Soms zeggen mensen dat sporten verslavend is. Klopt, ik heb nog nooit zoveel sport gekeken!

En ik heb ontdekt dat ik dagelijks ook een enorme Olympisch waardige presentatie neerzet.

Ochtendzorg kun je namelijk een beetje vergelijken met lange afstanden schaatsen. Je moet de energie goed verdelen anders ga je na 500 meter al stuk. En niet verwachten dat je elke dag die 10 kilometer perfect haalt want dat geeft verwachtingen á la Sven Kramer. Dat kan alleen maar tegenvallen. Hetzelfde geldt voor mij ‘s morgens wakker maken. Niet in één keer de volle mep, niets verwachten, rustig aan beginnen en zorgen dat je ergens in het midden op je best bent. Om dan vervolgens het laatste stuk met je alle laatste krachten goed af te ronden, met een mooie tijd. Teveel mensen aan mijn bed, dát is met shorttrack te vergelijken. Het loopt mekaar voor de voeten en er ontstaan irritaties. Niemand weet meer wat de bedoeling is en voordat je het weet lig je onderuit. Schansspringen dat lijkt eng, maar voor mij komt het dagelijks voor dat ik in het diepe moet springen. Even zwevend de situatie inschatten en dan iedere keer weer proberen iets verder te landen. Slalommen is niet echt mijn ding. Een hoop gehobbel, getrek en geschud, armen en benen die alle kanten opzwaaien, geen idee waar je terecht gaat komen.

Ik vind de lange afstand dus het prettigst. Mooi rustig aan beginnen, een beetje opbouwen, met een goeie afronding. Het hoeft geen wereldrecord te zijn, maar liever ook niet laatste want dan is het alweer middag. En dan heb je ondertussen drie uur zorg gehad, ben je helemaal kapot en moet de dag nog beginnen. Olympische Spelen zijn er niks bij. Ik zeg: Topsport!


Reactie schrijven

Commentaren: 0