-Dromen-

In mijn vijftien jaar als dwarslaesie-ervaringsdeskundige heb ik nog maar zelden gedroomd dat ik in mijn rolstoel zit. Is dat ontkenning? Ik zie het meer als een cadeautje. Overdag bikkel ik mij in de rolstoel door de dag heen. Het betekent echt niet dat ik de hele dag met mijn dwarslaesie bezig ben, maar ‘s nachts kan en doe ik alles waar ik zin in heb en wat overdag niet kan. Dat leidt er wel eens toe dat ik ‘s morgens doodmoe wakker wordt. Hoe kun je nou moe zijn?

Nou, je wilt niet weten wat ik vannacht allemaal gedaan heb! 
Ik benut mijn droomtijd volop, het liefst voor leuke dingen. Dus als de verpleging mij ’s ochtends wakker maakt en ze zien rode wangen, komt dat niet door koorts of dysregulatie. Waarschijnlijk heb ik dan een paar wilde uurtjes gerollebold met Mel Gibson of Vin Diesel, want in mijn dromen ben ik uiteraard woest aantrekkelijk. (Voor de jongere lezers onder ons, google maar even ergens richting jaren 90.) Of als ik wakker wordt met een grote grijns op mijn gezicht ben ik misschien wel wezen wild-water-raften op de Zambezi-rivier in Afrika. Waarom niet?
Het dromen voelt vertrouwd, het wakker worden is keihard de realiteit. Dat wel. Zou ik het anders willen? Nee! Een uurtje of zes uit mijn lichamelijke dwangbuis ontsnappen is heerlijk. Ik dans, ik ren, ik spring, ik vrij, ik vlieg, niks is te gek. Hoe mooi is dat? En dat zonder verdovende middelen.
Als ik ‘s nachts ook nog in mijn rolstoel zou zitten, zou ik mezelf beperken. Het is alsof mijn hersenen me even pauze geven. En in deze pauze ga ik echt niet de badkamer poetsen of de was strijken, daar had ik voor mijn laesie al een schurfthekel aan. Dát zou pas een echte nachtmerrie zijn!


Reactie schrijven

Commentaren: 0